Het Energieaccoord een flinke stap vooruit maar nog teveel kansen blijven liggen

Het Energieakkoord is behalve met betrekking tot energiebesparing nog teveel een herbevestiging van de status-quo. In plaats van het niveau aan investeringen zon en wind zoals voorzien in het Energieakkoord uit te voeren, is het beter nog sterker de nadruk te leggen op energiebesparing. Daarnaast is een meer expliciete visie gwenst op de bijdrage van technologische ontwikkelingen en dus de noodzakelijke investering in research, ontwikkeling en innovatie.

Besparing het allerbelangrijkste, heronderhandeling met Brussel nodig
De 14% doelstelling voor opwekking van duurzame energie komt voort uit de afspraken die er indertijd binnen de EU zijn gemaakt over energiebesparing, reductie in CO2 uitstoot en duurzame opwekking, de ‘20/20/20 afspraak’. Op basis van huidige inzichten is deze afspraak, mijn inziens, toe aan een herijking. Elke Joule die we besparen hoeven we niet op te wekken. Niet met fossiele brandstof en niet met duurzame energiebronnen. Daarom is de bevordering van energiebesparing belangrijker dan de verhoging van het percentage duurzame energie. Veel besparingen zullen bovendien beter renderen dan investeringen in wind- en zonne-energie op korte tot middellange termijn. De keuze in het Energieakkoord om een sterk accent te leggen op besparingen in de gebouwde omgeving en in de industrie, samen 68% van het totale energieverbruik, is dan ook een juiste.

Verdubbel de ambitie energiebesparing in de bebouwde omgeving!
Het Energieaccoord bevat de nodige voorstellen die de opwaardering van de energieprestatie in de gebouwde omgeving zullen stimuleren. Echter een goede analyse van de kosten en baten van een verdergaande ambitie in deze ten opzichte van die voor duurzame opwekking ontbreekt. Nederland beschikt over een uniek uitgangspositie om juist op het gebied van besparing flinke vooruitgang te boeken. Met initiatieven als de ‘Energiesprong’ en ‘nul-op-de- meter’ is al de nodige ervaring opgedaan. Hoe lovenswaardig ook staan de voorstellen, zoals die nu in het Energieaccoord zijn opgenomen, niet in verhouding tot de kansen die er hier liggen. Naast de toch wat magere initiatieven rond de energie-labeling mist ook de fiscale stimulering, zoals die bijvoorbeeld bij de aanschaf van energiezuinige auto’s zo succesvol is gebleken. Een maatregel die via OZB of huurwaarde forfait vrij eenvoudig budgetneutraal door een bonus/malus regeling is uit te voeren. Een verdubbeling van de ambitie tot opwaardering van de energieprestatie van de bebouwde omgeving is zeker te rechtvaardigen. De ambitie om 15.000 voltijdbanen te creëren kan dan veel ambitieuzer gesteld worden.

Smart grid, smart use, smart communities
Zelfs zondere verder stimulering laat het zich aanzien dat de introductie van zonnestroom in de huishoudelijke omgeving een sterke dynamiek zal kennen. Deskundigen wijzen hierbij eerder op een ontwikkeling als die van gadgets, zoals de tablet, de mobiele telefoon e.d. dan die van investeringsgoederen. Gezien de unieke uitgangspositie die Nederland kent als ‘dunbevolkte stadsstaat’ met een zeer hoogwaardige (energie) infrastructuur maakt dit een harmonische ontwikkeling van een onderling samenhangend centraal/decentraal energiesysteem kansvol. In samenhang met de hierboven geschetste nadruk op energiebesparing kan dit de potentie van de ‘energieke samenleving’ om zich te organiseren tot ‘smart communities’ sterk stimuleren. Dit maakt een ontwikkeling, waar op lokaal niveau energiegebruik en energiewinning stap voor stap in balans gebracht worden, zeer kansvol.

Ambities op technologisch gebied
Naast de lovenswaardige ambitie om de kosten van zon op zee met 40% te reduceren ombreekt een visie op innovatie en technologische vernieuwing op andere voor Nederland kansvolle elementen binnen het veld van duurzaam omgaan met energie. Denk daarbij bijvoorbeeld aan: kleinschalige opwaardering van de energieprestatie van woningen; de dunne zonnecel met hoog rendement; opslagsystemen voor elektriciteit met hoog cyclusrendement; en die voor warmte voor de gebouwde omgeving over de seizoenen heen; nieuwe concepten voor warmtepomp systemen, en ga zo nog maar even door.

Concluderend
Het belang van de ontwikkeling van een duurzaam energiesysteem voor ons land voordat de gouden eeuw van het aardgas ten einde is met het Energieakkoord benadrukt. Indien echter bij de operationalisering de nadruk op energiebesparing sterker wordt benadrukt en daarnaast een goede plaats wordt ingeruimd voor technologische ontwikkelingen zullen we in 2020 pas echt met plezier terugkijken op het akkoord dat nu gesloten is.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *