Bouw aanjager in het duurzaam omgaan met energie?(2)

Een bijdrage van Ivo Opstelten (www.piafwonen.nl)  aan het Bouwteam debat

Wat in één keer de bouwsector een enorme impuls zou kunnen geven, is het op grote schaal energieneutraal maken van de gebouwde omgeving. En dan hebben we het niet over één of twee labelstapjes, nee, we praten hier over gebouwen en woningen ZONDER ENERGIEREKENING. Dit vergt natuurlijk een flinke investering van beleggers en eigenaar-bewoners in hun vastgoed en eigen woningen. En hoe gaan we dat in de huidige financiële crisis doen?

De sleutel ligt in het aantrekkelijk maken voor deze doelgroepen om een echte energiesprong te maken. Hiervoor zijn vier belangrijke financiële ingrepen noodzakelijk:

1.Gebruik de energierekening als investeringsmotor voor de bouw. Een eigenaar van een energieneutrale woning, bespaart de komende jaren geld wat normaal gesproken uitgegeven wordt aan energielasten. En dit kan aardig oplopen. Een gemiddeld huishouden betaalt vanaf de intrek van een net gekocht bestaand huis de eerste 15 jaar zo’n 60.000 euro aan energielasten! Dit bedrag kan worden ingezet als investering om de woning energieneutraal te maken. De eigenaar betaalt als het ware de energierekening vooruit. Installaties worden sneller afgeschreven ivm de kortere levensduur, terwijl gevels en wanden in langere tijd kunnen worden afgeschreven.

2. Zet in op hypotheekdifferentiatie. Zorg ervoor dat woningeigenaren die hun huis renoveren naar energieneutraal, meer geld kunnen lenen bij de bank. Het NIBUD becijferde onlangs dat het op basis van een A-label woning verantwoord is om 29.000 euro extra financiering te krijgen. Dus: hoe energiezuiniger de woning is, hoe meer er geleend mag worden bij de bank. Maar omgekeerd geldt ook dat er voor een G-label woning minder geleend kan worden. Het resultaat: er komt een marktmechanisme op gang waarbij energiezuinige woningen gewilder en dus meer waard worden. Meer mensen zullen in de renovatie van hun woning gaan investeren, terwijl energieprestatie op dit moment nauwelijks een rol speelt op de woningmarkt.

3. Zet in op prestatiesturing van gebouwen. De huidige energielabelsystematiek meet niet de prestatie van het gebouw, maar zegt alleen iets over de toegepaste energetische maatregelen in een gebouw of woning. Echter, om echt inzicht te krijgen in wat een gebouw of woning aan energie verbruikt, moet het label ook iets zeggen over de daadwerkelijke energie prestatie. Prestatiesturing is dus van belang, omdat je zo de markt een prikkel geeft om echt energiezuinig te gaan renoveren.

4. Zorg ervoor dat corporaties hun investering terug kunnen verdienen. Op dit moment is het zo dat een investerende corporatie, niet degene is die de baten ontvangt van de uitgespaarde energielasten (de zogenaamde ‘split-incentive’). Zorg er daarom voor dat corporaties de huren mogen verhogen wanneer zij in de energiezuinigheid van hun woningen investeren. Dat is voor huurders te rechtvaardigen, omdat zij minder tot geen energielasten meer hoeven te betalen voor hun woning terwijl de corporatie hun investering zo terug kan verdienen. Corporaties kunnen zo betaalbare woningen voor hun huurders blijven garanderen en het geeft hen de mogelijkheid te investeren in duurzame renovatie.

Voor de bouw zou het inzetten van deze vier maatregelen een enorme economische inhaalslag betekenen: er komt immers een grote vraag naar energiezuinig of energieneutrale renovatie van zowel woningen als utiliteitsbouw. Natuurlijk zijn we er dan nog niet: om echt op grote schaal energieneutraal te kunnen renoveren en bouwen is o.a. ook product- en procesinnovatie van bouwbedrijven en minder stringente regelgeving vanuit gemeenten nodig.

Maar als we nu eens beginnen met deze vier ingrepen, komt er snel werk aan de winkel voor de bouwsector, besparen we CO2, zijn we een stuk minder afhankelijk van het buitenland voor onze energievoorziening en verzilveren we de duurzaamheids potentie van de gebouwde omgeving voor de komende generaties.
Zie ook deel 1)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *